marleendufraing.reismee.nl

Temuco, wat is dat voor een rare stad!

Na behoorlijk goed geslapen te hebben in de bus, een uur vroeger dan gezegd, aangekomen in Temuco. Ik had nog niet door dat ik moest uitstappen toen mijn buurman mij verwittigde. Hoe kan ik dat nu ook weten? Niemand zegt iets en er zijn geen aanduidingen. Zoals steeds vliegen de taxichauffeurs op je af, maar ik heb mijn verdedigingsmechanisme. Nog helemaal suf van de bus, ga ik eerst koffie drinken en dan kan ik rustig nadenken hoe ik naar de stad wil. Deze keer werd het een microbus die me even na acht uur, bijna voor de deur afzette. De eerste indruk van Hostal Aldunata was bizar. Een mevrouw in ochtendjas ( de eigenares of personeel? ) deed de deur open, er was helemaal niemand te zien en het zag er allemaal nogal donker en somber uit. De kamer was gelukkig ruim met twee bedden, maar het was er wel koud. ( Voorbereiding op het uiterste zuiden ) Uit ondervinding weet ik wel dat je een hostal en een stad soms wat tijd moet gunnen voor je hun charmes ontdekt en na een nachtje reizen kan het je ineens overvallen. Na het ontbijt verkenning van de markt met ongelooflijk propere eettentjes en natuurlijk de pleinen. Alleen de Plaza Central kon me nog bekoren, de andere stelden echt niet veel voor. Enkele heel hoge bomen waren volledig kaal en dat intrigeerde me, maar niemand kon het me uitleggen. Ondertussen links en rechts kijken om wat moois te ontdekken, maar dat is deze keer echt niet gelukt. Wel zag ik de lelijkste kerktoren van heel mijn leven. Het was een Methodistenkerk en de toren was afschuwelijk. Het waren precies enkele betonnen platen. Dan de Feria Anibal Pinto, een heel kleurrijke en levendige markt waar de Mapuche groenten en fruit komen verkopen. Van de gewone kramen ging het naar de groothandel met juten zakken vol met o.a. haver, rijst en pasta. Authentieke Mapuche heb ik niet echt gezien. Chili is ook een echte smeltkroes van mensen. Alle types lopen er rond: blond, donker en roodharigen, blanke huid en alle tinten van bruin.Zelfs ik val niet op. Wat me al wel opviel is dat de dames veel lippenstift gebruiken. Je had de gestifte lippen van de vrouwelijke militairen, tijdens de défilé, moeten zien en ook in de stad is dat zo. Ik wist dat er in Temuco zelf niet veel te bekijken was, maar ik vind de stad heel druk, het verkeer is hectisch, ze toeteren heel de tijd en er is geen enkel mooi gebouw te zien. Zo had ik het vrij snel allemaal gezien en dan ging ik maar eens winkels kijken. Grappig wel dat ik in een heel mooi grootwarenhuis ( dat dus wel )heel wat Belgische chocolade zag. Positief hier zijn de heel mooie schoenen. Alle kleurtjes, speciale modellen en ik dacht aan een zus van mij, heel veel plateauschoenen. Ze zou hier vast haar goesting vinden. Ook de handtassen vielen wel in mijn smaak. Toen ik vanavond terugkwam, maakte ik kennis met de eigenares, een heel charmante oude dame, en zo bleek dat het vanmorgen de hulp was. Buiten een man die hier voor zijn werk logeert, ben ik de enige gast. Ik zit nu eigenlijk heel gezellig in een gemeenschappelijke ruimte, genre veranda, met veel planten en een kopje thee. Er staat ook een kachel voor de winter, maar dit vertrek is helemaal niet koud, maar de blauwgeschilderde lambrisering maakt het wat somber. Morgen met de bus een uitstap naar Lago Budi en dan dezelfde dag nog naar Villaricca waar ik vanmorgen toch gauw iets geboekt heb.

Zondag in Santiago

Wat doe je zoal op een heel zonnige zondag in Santiago als je niet echt ' de toerist wil uithangen'? Simpel... deelnemen aan de activiteit van de buurt en dit beviel me wel. Vanaf het pleintje Santa Ana, kwam de muziek aangewaaid en tot mijn aangename verrassing, was er een balletvoorstelling in open lucht, onder de bomen voor wat koelte. Het publiek geraakte al vlug in de ban van de jonge dansers. Nadien was het de beurt aan de plaatselijke fanfare die heel vrolijke deuntjes ten beste gaf en vervolgens was het opnieuw de beurt aan het balletgezelschap. Fanfaremuziek tussen twee klassieke stukken, is wel niet zo gewoon, maar de voormiddag vloog voorbij. Men had mij gezegd dat ik ook eens ' reineta' moest eten en dit heeft niets met onze appelen te maken, maar het was een vrij vaste vis, die ik vanmiddag op mijn bord kreeg. Een beetje flauw was hij wel, maar met het slaatje erbij was het wel lekker. Het bezoek aan het historisch museum in een prachtig koloniaal huis, was ook de moeite waard. De ontdekking van Amerika en zeevaartmateriaal, een hele reeks schilderijen van de stichters van verschillende steden en meubilair. Op de Plaza ging het dans- en muziekfestival verder, hoewel van een andere orde. Eerst hoorde ik in de kiosk een andere fanfare spelen en deze werd afgelost door de ' Trabajadoras de Casa Privada ', het ' huispersoneel' . Zij waren er aanwezig met enkele vakbondsafgevaardigden die voor de gebruikelijke speeches instonden en een klein groepje dat folkloredansen bracht. Een beetje later, begon een jonge zangeres aan haar repertoire en in een andere hoek van het plein klonken nog andere noten en in de tekst ging het geregeld over ' Cristo'. Dat werd me allemaal toch wat te veel van het goeie, alles door elkaar en met de nodige decibels. Niet meer voor mijn oren bestemd. In een zijstraat een rustig plekje gezocht en daar maakte ik kennis met een Spaans koppel. We konden heel wat reiservaringen uitwisselen en dat was natuurlijk leuk. Op de Plaza Brasil was het nog steeds rommelmarkt net zoals gisterenavond. Ze waren precies niet weggeweest. Deze buurt vind ik niet zo aantrekkelijk. Rond 20.00 u vertrok ik uit het hostal om met de metro naar de busterminal te gaan. Het is toch best altijd op tijd te vertrekken, want deze keer ging het van Pontius naar Pilatus. Toen ik de eerste keer uitstapte, bleek daar de busterminal niet te zijn, maar stuurden ze me naar de halte PAJARITOS ( leuke naam, vogeltjes). Dat klopte volgens mij niet, want daar had ik mijn ticket niet gekocht. De jongedame aan het loket, maakte echter alles duidelijk, maar ik moest opnieuw de metro in. Het behulpzame personeel deed echter voor mij ' tussendeurtjes ' open en na een uur in en uit de metro, op en af de trappen, was ik in de juiste terminal beland. Zit ik daar te wachten en plots zie ik een bekend gezicht vlak voor mij. De man van het Spaanse koppel van deze namiddag die net als ik, had moeten zoeken om zijn bus te vinden. Nu nog een uurtje wachten en dan verlaat ik de metropool met zijn bijna 6 miljoen inwoners en kan ik vertrekken naar Temuco, alweer 677 km meer zuidwaarts. De bus is deze keer ' salon cama ' en deze zetels zullen wel niet scheef staan. Santiago is echt warm: het is 22.00 u en ik zit hier nog in een topje. Zolang ze in de bus de airco maar niet aanzetten ' s nachts, is het allemaal prima. En dan nog dit. Valparaíso mag dan wel de stad van de graffiti zijn, Santiago is deze van de tatoeages. Ik heb nog nooit zoveel getatoueerde mensen, mannen en vrouwen, jongeren en ouderen, met tatoeages gezien als hier op deze enkele dagen. Dit was het toemaatje voor vandaag.

Een warme dag in Santiago

Vanmorgen gaan kijken naar de aflossing van de wacht aan La Moneda, pleisterplaats om het zo te zeggen, van de regering. Met toeters en bellen, in dit geval fanfaremuziek, paarden en militaire défilé. Na een half uurtje kon de volgende ploeg aan de wacht beginnen en trokken alle kijkers weg. Onder het plein bevindt zich een cultureel centrum: een heel modern en licht gebouw en ik bezocht er een tentoonstelling van 20 e eeuwse kunst. Er was zelfs een Magritte bij, enkele andere gekende namen zoals Giacometti, Brancusi en Picasso, maar ook heel veel anderen. ' s Namiddags wou ik naar een heel andere wijk, Bellavista om van daaruit naar de Cerro San Cristobal te gaan. Deze heuvel is 880 m hoog, heeft een park dat naar het schijnt groter is dan Central Park in New York en onderaan bevindt zich de zoo. Ik had gedacht dit met de funiculaire te doen, maar die werkte niet. Even overwogen te voet te gaan, maar toen bleek dat er ook bussen ingelegd waren, koos ik voor de gemakkelijke oplossing. Goed dat ik dit gedaan had, want het was echt een stevige klim. Het is heel wat zwaarder dan naar de Sacré Coeur wandelen in Parijs, hoewel er gelijkenissen zijn. Hier vind je op de top een enorm Lievevrouwenbeeld dat er kwam in 1904, vijftig jaar na het dogma van de Onbevlekte Ontvangenis. ( Aldus de bordjes ) Het uitzicht op de stad is gewoon fantastisch en indrukwekkend. De snoep- en eettentjes ontbreken niet en je kan er rustig wat tijd doorbrengen. Een zakje chips en een frisdrank waren welkom. Omdat het heel warm was, nam ik ook de bus terug naar beneden. Er bleef sowieso nog heel wat afstand te voet af te leggen. De wijk Bellavista zit vol verrassingen. Heel veel gekleurde huizen( maar niet mijn smaak ), heel veel muziek langs alle kanten ( maar eerder voor de jeugd ), gezellige terrasjes voor iedereen, charmante patio's met winkeltjes en alweer terrasjes en de stoepen vol bric-à-brac. De enkele fietsers rijden op de stoep, uitkijken dus! Ik belandde opnieuw in het Parque Forestal, geraakte mijn richting kwijt zodat ik er heel wat langer overdeed om terug op de Plaza te geraken. Zo heb ik ondertussen het historisch centrum en de wijken Lastarría en Bellavista verkend. De Barrio Brasil, die dicht bij het hostel ligt, houd ik voor mijn avondwandeling en morgen zet ik nog het historisch museum op mijn programma en wat korte wandelingen in de buurt. Veel stappen ga ik vandaag niet meer doen, want ik heb mijn dagelijkse dosis gehad. Net zoals in Lima, is er toch nogal wat pollutie door het intense verkeer waardoor mijn ogen vlugger moe zijn en prikken. Een nachtje slapen maakt dit opnieuw in orde.

Kennismaking met de hoofdstad Santiago

Vanmorgen een hartelijk afscheid van de uitbaters van La Bicyclette en Esther. Ik verliet Valparaíso zoals ik gekomen was, te voet. Tot aan de terminal, wel te verstaan. Zo kon ik alles nog eens van de andere kant bekijken en na 25 minuten( een goeie ochtendwandeling ) stappen, even aanschuiven aan het loket voor een kaartje, zat ik om kwart voor tien al in de bus naar Santiago. Om naar het hostal Traveller's Place te gaan, moest ik de metro nemen en in de bus kon ik dat alvast even bekijken. Ja, het is natuurlijk steeds uitzoeken, regelen en soms wat puzzelen, maar anders geraak je er niet. Meestal gaat het echter vlot of met wathulp van anderen. De metro nemen ISS heel eenvoudig. Het enige nadeel is dat er geen roltrappen zijn en dat je dus je valies op de trap moet dragen. Mijn conditie is gelukkig prima en het is een goeie training. Vanmorgen kon ik mijn vlucht van Ushuaia naar Buenos Aires boeken. Omdat de prijs interessanter was, vlieg ik op tweede Kerstdag en dat betekent dus dat ik dit jaar Kerstmis ga vieren op het einde van de wereld. Heeft ook wel iets! Ook het hostal in Ushuaia is nu geboekt. Om me al wat voor te bereiden op het slapen in een dormitorio met meerdere personen ( In Torres' del Paine kan het niet anders ) had ik hier een 'kleine' geboekt. Ik heb geluk. Vandaag heb ik de kamer alleen en morgen pas komt er iemand bij. De ontvangst was heel hartelijk en het is allemaal heel netjes. De kennismaking met de stad viel niet tegen. Het is er natuurlijk heel druk, enorm veel verkeer, helemaal volgebouwd met hoge woontorens en kantoren, heel veel winkels en eethuisjes, maar ook groene pleinen en enkele mooie parken. De kathedraal is er zo nog een om ' U ' tegen te zeggen. Sober aan de buitenkant, mooi van binnen hoewel een beetje donker, maar heel aparte glasramen met prachtig rood en blauw. De kerk La Merced daarentegen, is een en al licht en de kleuren zijn hoofdzakelijk perziktinten. Na een lekker stuk taart in het Emporio La Rosa,ging ik eerst een kijkje nemen in het Parque Forestal. Deze keer een park zonder poorten, dus altijd open en het was meteen duidelijk dat hier vele afspraakjes gemaakt werden. Ik heb het aantal innige koppeltjes niet geteld, maar het waren er veel. Al die bomen zorgden natuurlijk voor ideale lommerrijke plekjes. De Araucaria is zo één van deze exotische boomsoorten. Metershoog en de top is een soort paraplu met grillige vormen. Hierna belandde ik in de wijk Lasterría. Heel leuke, gezellige en vrolijke buurt met antiekstalletjes buiten,muzikanten op straat, veel restaurantjes en terrasjes, aan beide kanten bomen en bijna geen verkeer. Perfect om te flaneren. In het Museo de Artes Visuales was een tentoonstelling van moderne kunst en specifiek kunstenaars van 1990 tot 2000. Er waren heel originele en leuke werken bij. Dan naar de Cerro Santa Lucia. Op de top van deze heuvel staat een standbeeld van Valdivia, de stichter van de stad en nog wat hoger heb je een fantastisch uitzicht op de hele stad. Daar kan je goed zien dat ze omringd is door de bergen, maar vóór die bergen, zie je niets anders dan hoogbouw. De stad is té vol gebouwd en ik kan begrijpen dat het er niet zo prettig wonen is. Voor een toerist, is er echter wel heel wat boeiends te beleven. Van de heuvel terug naar het centrum, waar ik nog net de tijd had om even in het historisch museum binnen te gaan en een tijdelijke tentoonstelling te zien van balkleding uit 1912, de glorietijd, de Belle Epoque van Santiago. Weelde en rijkdom troef! Ondertussen was het bijna 20.00 u geworden, nog even kijken naar de schaakwedstrijd op de Plaza, de kunsten - en fratsenmakers en mijn eerste dag in de Chileense hoofdstad zat erop.

Horcón en Viña del Mar

Na het ontbijt en de ochtendbabbel met Esther, nam ik een lokale bus naar Horcón. Volgens de reisgids een pittoresk klein dorpje, niet ver van Valparaíso, maar het werd toch een rit van bijna twee uur. We kwamen langs kleurrijke bloemtapijten: gele, oranje en lila bloemen. Van ver leek het op lavendel, maar dan met een heel korte stengel. Horcón zelf heeft een heel kleine vissershaven en toen ik aankwam, waren de vissers volop bezig met het schoonmaken van de vis in gezelschap van heel veel grote meeuwen en indrukwekkende pelikaans. De pelikaans vlogen af en aan en landden regelmatig op het dak van een viskraampje. De meeste hadden zwart-witte vleugels, sommige waren helemaal bruin. Het eerste kleine strand was niet geweldig, maar ik maakte er toch een wandeling. Toen ik terugkwam werd ik de hele tijd gevolgd door vier schattige puppies die uiteindelijk bij een andere hond achterbleven. Ik was blij dat ik hier niet ging overnachten, want de talrijke cabañas zagen er voor mij niet echt aantrekkelijk uit,hoewel het binnen natuurlijk altijd kan meevallen. Wat de restaurantjes betreft, was de keuze ook heel beperkt. Misschien nog wat te vroeg in het seizoen. Nadien ging ik op zoek naar het strand dat als heel mooi beschreven stond. De weg er naartoe was avontuurlijk, een meer dan vervallen trap waarbij ik goed moest uitkijken waar ik mijn voeten zette en me moest vasthouden aan de wankele takken die als steun moesten dienen. Het strand was dan wel heel mooi. Klein, maar proper en in een beschutte baai gelegen waar ik toch even van de zon kon profiteren. In het begin was ik er helemaal alleen, maar er kwamen nog enkele surfers opdagen. Een paar uur later nam ik de bus terug en stopte in Viña waar ik met Esther had afgesproken om eventueel naar de film te gaan. Er was een filmfestival, maar het begon veel later dan voorzien en omdat ik nog wat moest opzoeken en proberen een vlucht naar Buenos Aires te boeken, ging ik niet mee naar de film. Viña is een grote, moderne stad met alles erop en eraan: veel winkels, hoge appartementsgebouwen en kantoren, een leuke Plaza waar je een paardenkoets kan nemen om de stad te bezoeken. Zoals steeds, ook hier weer heel behulpzame mensen bij het zoeken naar code juiste bus. Een praatje werd al vlug gevolgd door een hartelijke omhelzing. Vanuit Viña was ik een kwartiertje later terug in Valparaíso. Een hostal in Ushuaia heb ik ondertussen geboekt, het vliegtuig lukte niet. Morgen een andere poging. De busmaatschappij die ik gecontacteerd had, gaf een uitgebreid antwoord en stelde voor het vliegtuig te nemen en dat lijkt me inderdaad een betere optie dan 2 dagen in de bus en nog een overnachting regelen.

Dag twee in Valparaíso, vergezeld door Colin

Het hostal is helemaal volgeboekt en deze keer had ik bij het ontbijt gezelschap van twee Zwitsers en Esther, een jonge en vurige Spaanse. Nadien eerst wat kleren wegbrengen naar de wasserij en naar de 'bankenstraat' om voor wat contanten te zorgen. Het museum van Bellas Artes heeft een indrukwekkende collectie 20 e eeuwse schilderijen, maar het was vooraleer huis dat indruk maakte. Art Nouveauté en Art Deco én een fantastische ligging, uitzicht op het water en de haven langs alle kanten. De haven moest ik natuurlijk ook bezoeken. Je kan er een rondvaart maken door de baai, maar ik verkoos om met de zee aan mijn linkerkant en de stad aan mijn rechterkant, de ganse boulevard af te lopen en ondertussen, zoals steeds, mijn ogen goed de kost te geven. Ik kwam langs universiteitsgebouwen, zag de metro en enkele fietsers voorbijrijden en naarmate het centrum verder achter mij kwam te liggen, werd de buurt zoals steeds, havelozer. Ik wou toch per sé in een eettentje van de markt gaan eten omdat ik dit advies had gekregen van een echte Portueño ( inwoner van Valparaíso ) Een lekkere salade met een felgele limonade voor de afwisseling, smaakte me best. Vermits er daar niet veel Europeanen eten, valt iedereen met een 'bleke' huidskleur op en enkele tafeltjes verder zat een soortgenoot. Ik was net klaar met eten en toen stond hij ineens aan mijn tafeltje. Hij stelde zich voor, heette Colin en was Engelsman. Hij had me eerder gezien in La Serena en stelde voor om samen een koffie te gaan drinken. Geen slecht idee en we vonden een gezellig koffiehuis met overheerlijke koffie. De rest van de namiddag hebben we samen de stad verder verkend waarbij we opnieuw in smoezelige buurten belandden en telkens wanneer we de weg vroegen, kregen we de goeie raad om toch heel voorzichtig te zijn, want de buurt was toch niet zo veilig. Hoewel ik daar niet altijd wat van merkte, hield ik toch rekening met deze waarschuwing en was ik deze keer niet alleen. We namen ook de enige echte 'ascensor' van de stad, de lift Polanco. Alle overige zogenoemde ascensores zijn eigenlijk kleine kabeltreintjes die de verbinding maken tussen de cdroms en de lagere delen van de stad. Polanco was leuk! Je moet eerst door een tunnel lopen en dan kom je aan de echte lift die je naar boven brengt. Van daaruit een fantastisch uitzicht van 360° over de stad. De zon liet het nog steeds afweten en hierdoor kwam alles niet optimaal tot zijn recht. Toch een must hier! Dan verder langs reeds bekende en minder bekende straten, pleinen en parken. De Plaza Higgins is zo volks als het maar zijn kan, heel geanimeerd en de straten errond deden me denken aan de wijk La Bastille in Parijs. Het Parque Italia stelt niet veel voor, ook weinig geanimeerd, wel een beeld van Romulus en Remus met de zogende wolvin, een zoveelste kopie... Op de stoepen heel veel straatverkopers, prullaria, kleding, wat juweeltjes en de zoete geur die de popcorn met zich meebrengt. Het regeringsgebouw vond ik niet mooi, wel indrukwekkend groot. Blijkbaar wordt er in deze stad veel betoogd en deze namiddag was er een manifestatie van de vissers die met de president kwamen onderhandelen. Onderweg nog een kopje thee in een piepklein tentje, tussen de mensen aan de talrijke gokmachientjes, maar met een heel hartelijke en opgewekte dame die de boel beredderde. We kregen een zoveelste waarschuwing ivm de buurt mee. Zonder ook maar een enkele hindernis, kwamen we terug in ' deftiger ' wijken en aan de reeds vertrouwde pleinen. Het was ondertussen koud geworden en ik wou eerst wat warmers aantrekken alvorens mijn avondwandeling te maken. Ik nam afscheid van Colin en allebei waren we tevreden over deze namiddag.

Nachtelijke rit van 432 km en vroege aankomst in Valparaíso

Gisterenavond in de terminal de tijd doorgebracht met 'mensen kijken ' en het gewone praatje met een ' buurvrouw'. Zo georganiseerd als het vertrek steeds was in Peru, zo rommelig gaat het er hier soms aan toe. Je moet zelf maar opletten wanneer de bus aankomt, want datgene wat ze omroepen is onverstaanbaar. De bus vertrok op tijd, maar Flota Barrios is wat mij betreft, niet voor herhaling vatbaar. Niet proper, de rommel van de vorige passagiers lag er nog en de stoelen stonden scheef zodat ik al snel rugpijn kreeg. Rien à faire. De nacht was hierdoor heel erg kort en om 06.30 u kwamen we aan in Valparaíso. Nog te vroeg om naar het hostel te gaan, dus eerst even bekomen met een kopje koffie. Meteen kwam er al een oud vrouwtje bedelen, een pop tegen zich aangedrukt om de indruk te wekken dat het een baby was. Schrijnend! Te voet stapte ik dan richting Plaza Victoria, want daar moest ik een collectivo nemen. Zó vroeg ben ik nog niet dikwijls door een onbekende stad getrokken, maar het is prettig om zonder veel verkeer een eerste indruk van de stad te kunnen opdoen. De weg was heel gemakkelijk en op het plein stonden de taxi's klaar. Had ik het geweten, amper een minuutje later was ik er al. Die korte klim had ik wel te voet kunnen doen. In de terminal zat een koppeltje dat nog onderdak moest zoeken. La Bicyclette had geen kamer voor hen, maar de eigenaar contacteerde een vriend en zo was het voor hen vlug geregeld. Koffie en thee werden aangeboden en toch nog wat 'groggy' ging ik op verkenning omdat de kamer nog niet klaar was. Het hostal ligt op de Cerro Alegre, vlakbij Concepción, twee heuvels die erg in trek zijn en er zijn heel veel mogelijkheden om te logeren. Zonder zon, maakte ik kennis met de kleurrijke huizen op deze heuvels: groen, blauw, paars, roze, purper, okergeel, steenrood.... Elke kleur is erbij. Met de zon erbij, is het vast nog veel mooier, maar zelfs nu was het heel apart. De gevels zijn bedekt met gegolfde zinklagen, maar door de kleurtjes merk je dat amper. Her en der echte bouwvallen tot ruïnes toe. En dan opnieuw die honden ( en hier ook katten ) overal! Niet te begrijpen waar ze allemaal vandaan blijven komen. Vuilnis ophalen is een apart iets. Het vuilnis, in om het even welk plastiekzakje, wordt aan een nagel of aan een boomtak gehangen. Best ook maar, want met die honden... Enkele mannen haalden de zakjes op en gooiden ze in de vuilniswagen. Toch heeft deze buurt zijn charme: het is er prettig rondlopen in alweer een andere wereld. Wie kwam ik nu tegen? Mijn buren van het hostal in San Pedro. Goed voor alweer een babbel. In de namiddag maakte ik een stevige wandeling over de twee heuvels om naar het huis, la Sebastiana ( genoemd naar de architect ) van Pablo Neruda te gaan. Boeiende wandeling door een stad van kleuren en geuren, van kunstzinnige graffiti tot geknoei, van ascensores en trolleybussen, van bestaande en vergane glorie. Een gedeelte van de stad wordt zelfs bestempeld als 'Openluchtmuseum' omdat daar sinds 20 jaar heel veel muurschilderingen zijn aangebracht door studenten van de kunstacademie. Neruda had een drietal huizen, ook nog in Santiago. Omdat het huis klein is, ( er zijn wel 5 verdiepingen, maar de trappen zijn eerder smal ) moet iedereen een nummertje nemen en er mogen slechts 50 bezoekers tegelijk binnen. Ik vroeg wat uitleg aan een dame die ook voor het bezoek kwam samen met haar vriendinnen. Zij was er al meerdere keren geweest en was méér dan 20 nummers voor mij. Ze kocht haar kaartjes, kwam naar mij en gaf me er eentje. Ze had voor mij meegekocht. Toen ik het wilde betalen, mocht ik dit absoluut niet. Ze vroeg me wel om als het lukte eens iets op te sturen naar een jongen, die omwille van gezondheidsproblemen in Brussel verzorgd wordt. Ik gaf mijn mailadres en ben benieuwd. Zie je het bij ons al gebeuren? Het bezoek was grandioos. Een interessante video-opname met Neruda op het Paaseiland en het huis met alle vertrekken in oorspronkelijke toestand. Elk vertrek geeft uit op de omringende heuvels en heel belangrijk, op de zee. In elke ruimte mooie meubels, enkele van zijn gedichten, een schitterende collectie soms ongewone voorwerpen en alles duidelijk uitgelegd via de audio - gids. De invloed van de Duitsers is niet ver ter zoeken: Avenida Alemañia, Plaza Bismarck, om maar enkele voorbeelden te noemen. In La Serena kwam ik gisteren langs de Rabobank en ik dacht nog wel dat die alleen bij onze Noorderburen voorkwam. Als tussendoortje deze keer een ' pan de leche ', variante op de Boules de Berlin, die ze trouwens ook verkopen en nog maar eens een 'mote'. Verder gewandeld naar de Plaza Victoria, plein met deze keer copieën van Romeinse kunstwerken, Plaza Anibal en Plaza Sotomayor bij de haven. Dit laatste is een heel groot plein met een enorm gebouw van de Chileense marine. In deze havenbuurt lopen er meer ongure types rond en zien de restaurants er niet echt aantrekkelijk uit. Voor het overige had ik helemaal geen onveilig gevoel hier, hoewel vele Porteños me gewaarschuwd hadden. Des te beter! Ik was wel dubbel zo waakzaam als anders. Na de Norte Grande met Arica en San Pedro, de Norte Chico met La Serena, zit ik nu in Chili Central. Van het hele dorre gebied ben ik in een Mediterraan klimaat beland ( weliswaar al enkele dagen zonder zon ). Hier leeft 75% van de bevolking en de streek is erg vruchtbaar. Voor vandaag is het genoeg geweest. Straks nog een hapje eten, een flesje wijn kopen, hopelijk goed slapen en morgen gaat de ontdekkingstocht in Valparaíso verder.

Laatste zwerftocht in La Serena

Voor mijn laatste dag hier, liet de zon het volledig afweten en slechts in de late namiddag deed ze een heel flauwe poging om er door te komen. Zonder resultaat. Voor de afwisseling heb ik dan maar eens ontbeten in bed, nadat ik deze keer mijn ochtendbabbel had met een arbeider van Santiago die hier in de bouw werkt. Nadien wat TV gekeken ( had ik op de kamer ) en rustig de tijd genomen om in te pakken. Veel tijd vraagt dat trouwens niet. De routine is er en zó veel heb ik niet bij. Verdere verkenning van La Serena dan. Op zich is de stad, buiten het strand en het water, niet spectaculair, maar als je de tijd kan nemen, en die had ik, ontdek je wel wat. Enkele mooie koloniale huizen die, zoals in Peru, in handen zijn van de banken, een paar mooie pleintjes waar je botst op azulejos en weelderige bougainville, de huizen waar de voordeur open staat zodat je de erkertjes ziet, waar zich als het ware een tweede voordeur bevindt. Ik denk dat ik zo ongeveer alle kerken en kapellen binnenging en ook dat was soms verrassend. Van een plafond bestaande uit houten latjes met mooie schilderingen, over een biechtstoel in natuursteen ( hard en koud aan de knieën ), tot een Mariabeeld,omgeven door flikkerende blauwe lichtjes. Lelies in plaats van gladiolen in de kerken, de alomtegenwoordige gebouwen van de Chileense carabinieri en niet te vergeten de Chileense vlag. Zelfs de kleine autootjes waarmee de kinderen kunnen rondrijden op de Plaza, zijn versierd met een miniatuurversie ervan. Op de markt verkochten ze meerkleurige rozen in schreeuwerige kleuren en dat is voor een bloem zowat het lelijkste dat ik ooit gezien heb. Echt niet te doen! Verder heel veel scholen en de schoolgaande jeugd netjes in uniform: rood, grijs, bordeaux en blauw zijn de meest voorkomende kleuren. De meisjes met pittige geruite of effen plooirokjes, soms met 'cravate' en de jongens mogen er ook zijn. Ik kan het niet laten ze allemaal te bekijken. Het grote aantal beelden van politieke en militaire figuren is ook kenmerkend voor het straatbeeld, evenals de winkels waar alles verkocht wordt dat met paarden te maken heeft. Van lederen zadels tot hemden voor de ruiters. We zijn hier in Chili. Een bezoek aan de supermarkt levert dan weer volgende informatie: men verkoopt er nu overal ' Pan de Pascua '. Dit heeft met Pasen niets te maken, maar is hier de gebruikelijke naam voor Kerstmis. De Santa Rita wijn is erg goedkoop. Ik ga me toch eens een fles kopen om ' s avonds een glaasje te drinken en de kaas van La Serena, wel die is hier niet zo speciaal. De bekende kaas is die van La Serena in de provincie Badajoz in Spanje. Vanmiddag at ik in een ' comedor' ( letterlijk, eetzaal ) comida casera, een eenvoudig, goed verzorgd en smakelijk gerecht. Het werd vis met pasta en een broodje erbij. Wat later in de namiddag trakteerde ik me nog op gebak met chocolade. De wortelcake van Peru smaakte me beter. In de buurt van de markt zat ik op een bank en werd ik aangesproken door Eduardo, tekenaar cartoonist. Ik heb hem verteld over de Place du Tertre in Parijs. Hij was een vlot prater, maar toen ik verder wou wandelen en hij voorstelde om me te vergezellen,heb ik dit aanbod toch afgewimpeld. Mijn laatste wandeling bracht me dan over de brug van de rivier in een totaal ander stadsgedeelte. Van ver dacht ik vrolijk gekleurde tenten van een circus te zien, maar van dichtbij bleek het een zigeunerkamp te zijn. Haveloze tenten met verschoten kleuren, vrouwen en kinderen met lange rokken, gedeukte auto's en omringd door hopen vuilnis. Ook de rivier zelf was een echte vuilnisbelt. Zo jammer toch! Ondertussen ben ik terug in het hostal, waar ik nog een paar uurtjes moet wachten om dan met de taxi naar de terminal te gaan. De tijd invullen is niet moeilijk: wat surfen op het internet met een kopje thee erbij en mijn mails lezen en beantwoorden. De bus vertrekt om 23.00 u en morgenvroeg word ik wakker in Valparaíso.