marleendufraing.reismee.nl

Vicuña en Valle de Elquí

Om naar Vicuña te gaan, nam ik een gewone microbus. Het eerste busje dat stopte, was niet het goeie, maar de chauffeur was zo vriendelijk me mee te nemen en aan de juiste halte af te zetten. Net zoals gisteren op het strand, was ik nu de enige Europeaan. In de bus een bordje waarop stond dat eventuele radiomuziek een matig volume moet hebben en dat het enkel mag, als geen enkele passagier er iets op tegen heeft. Wat een verschil met Peru! Om half negen vertrokken we voor een korte rit van een uurtje. De lucht zat potdicht, alles was nog grijs en er hing een dichte nevel. Het leek net herfst in België. Om negen uur kwam plots de zon erdoor en het resultaat was een complete metamorfose. We waren toen al in de Elquí vallei en ik zag wijngaarden en palmbomen, heuvels met candelaria cactussen ( ze lijken op meerarmoge kandelaars ), een kabbelende rivier en geraniums die groeien als rozenstruiken. Van een unieke combinatie gesproken! Omdat de nevel nog wat wazig bleef hangen, was het geheel mysterieus en grandioos. Alweer zo' n bijna perfect moment. Vicuña is een rustig wijnstadje en mits eigen vervoer, zou het heerlijk zijn om alle kleine dorpjes in de omgeving te bezoeken. Ik hou het beperkter, met mijn voetentram. Dit stadje is zo klein dat het eerder op een dorp lijkt en alles ademt rust uit. Het is trouwens in deze omgeving dat er heel wat esoterische gemeenschappen gevestigd zijn. Regelmatig zie je een bordje ' yoga ' en in meerdere winkeltjes brandt wierook. Het museum van Gabriëla Mistral dan. Neen, geen familie van de Franse Frédéric Mistral. Ze is ruim 60 jaar later geboren en stierf in 1957, maar had wel veel bewondering voor deze dichter. Mistral is trouwens haar pseudoniem. De dame in kwestie heeft een meer dan boeiend leven gehad en ik was erg onder de indruk van haar levensverhaal. Naast schrijfster, was ze ook bezig met politiek, werd Chileens consul en reisde enorm veel. Ze is ook de eerste Zuidamerikaanse schrijfster die in 1945 de Nobelprijs voor Literatuur kreeg. Het toegangskaartje is spotgoedkoop en is beslist veel meer waard. Het museum is gewoonweg prachtig. Niet alleen de architectuur en het concept: het is zo boeiend opgesteld dat de tijd vliegt en dan is er ook nog een mooie tuin. Enkel voor dit museum al is Vicuña de moeite waard. Gabriëla werd geboren in Montegrande, op 36 km van Vicuña en daar ligt ze ook begraven. Na dit cultureel hoofdstukje, tijd voor de beklimming van alweer een ' cerro ' om van bovenaf het stadje te bewonderen. Een behulpzame Chileen ( alweer eentje ) bracht me naar het begin van het pad dat ik anders toch echt had moeten zoeken. Het mooie uitzicht was de beloning voor de korte klim. Ondertussen was het echt warm geworden en ging ik naar de Plaza. Een vrij groot plein met heel veel zitbanken die allemaal smeken om een flinke lik verf. Sommige staan helemaal schots en scheef, klaar om in te zakken. Dat is trouwens ook het geval met heel wat huizen in La Serena. niet dat ze dreigen in te zakken, maar vele zien er sjofel, haveloos uit en heel wat vuilnis belandt in de verste verte niet in de vuilnisbakken. Volgens mijn reisgids was er lekker ambachtelijk kaneelijs te koop op het plein. Dat kon ik niet laten voorbijgaan, maar ik heb al beter gegeten. Kort nadien begon het trouwens bij mij allemaal te rommelen en de rest van de dag hield ik het bij droog brood en bouillon. Het brood is hier altijd lekker en de bouillon was gloeiend heet en ( nog ) Belgisch, klaargemaakt hier in de keuken van het hostal. Bij mijn wandeling door het stadje, kwam ik een plaatselijke BV tegen: Ricardo Pacheco, chefkok met een hele reeks onderscheidingen en medailles die hij mij vol trots toonde. Heel fier toonde hij mij ook zijn kaart met wel 300 verschillende empanadas, steeds vers gefrituurd. Hij had ook zijn eigen recept voor Pisco Sour. Zonder twijfel, heel lekker allemaal, maar met dat ijsje... Toen het stilaan tijd werd om terug te gaan, kwam de bus me gewoon tegen. Even teken geven en ze stoppen. Erg handig dit systeem. Een uurtje later was ik weer terug en nu, bijna half negen, ben ik klaar met mijn verslag, is het flink afgekoeld, zie ik nog geen sterren om te bekijken en ga ik stilaan mijn goedgevulde dag afronden.

Aankomst in La Serena

Deze keer moesten we 's nachts niet uitstappen, maar kwam de politie met een drugshond de bus controleren. Dit verliep zonder problemen. De gebruikelijke stops bij enkele andere haltes van TUR BUS ( passagiers die uit of instappen) en om half zeven maakte ik daar weer dankbaar gebruik van om een kopje thee te drinken, ondertussen goed de bus in de gaten houden zodat die niet zonder mij zou vertrekken. Ik had deze keer een plaats op de 2e verdieping, net voor de trappen en hierdoor had ik dubbele beenruimte zodat ik mijn benen helemaal kon strekken. Geen buur naast mij, dus lekker veel plaats en ik had dan ook best goed geslapen. Ongeveer 40 km voor La Serena veranderde het landschap volledig. Met nu de Oceaan aan onze rechterzijde, was het gedaan met de dorre, droge woestijn en kregen we opnieuw fris groen en kleurrijke bloemen. Tegen 11.30 u kwamen we aan. Even informeren hoe het zat met de bus naar Valparaíso. Volgens de man aan het loket was het niet nodig te reserveren en kon ik elke dag 's middags en om 23.15 u vertrekken. Met de taxi was ik zo in Hostal Rosita. Ik had de indruk dat de chauffeur veel vroeg voor de korte rit, maar dit bleek toch correct te zijn. Omdat ik helemaal niet moe was, ging ik na een douche, toch meteen op stap, richting Avenida del Mar. Op de Plaza was er een Feria met diverse streekprodukten en dus liep ik daar eerst even rond, proefde eindelijk eens die ' jaleai ' gelatine met fruit en at aardbeien in chocolade. Om nadien aan de Avenida te geraken, moest ik al 2 km stappen en wat ik toen zag, wel dat zou Spanje kunnen zijn, maar met veel minder terrasjes en restaurants. Zeven kilometer lang, niets dan appartementsgebouwen langs de baan en slechts sporadisch enkele restaurants en een winkeltje. Alles prima verzorgd en geen al te hoge blokken, sommige wel heel erg groot. Ik telde ergens wel 200 wooneenheden. Het is nog erg vroeg in het seizoen en bijgevolg lag het strand er nog grotendeels verlaten bij. Het strand is enorm groot en mooi en ik installeerde me op een bank om wat van de zon te genieten. De temperatuur is ideaal: met een frisse zeebries gewoonweg heerlijk weer. Als het heel erg warm is, vind ik dat je dat kan ruiken. De warmte, of beter de hitte in San Pedro ruikt helemaal anders dan deze hier. Die van San Pedro is aparter. Grappig was dat ik, vooraleer de Avenida del Mar te bereiken, langs de Avenida Francisco de Aguirre moest. Zou onze Belgische Fara hier voorouders hebben? Deze Avenida had aan beide zijden copieën van Griekse beelden, van de gekende filosofen tot een discuswerper. Hoe komen ze er toch op? Omdat ik toch liever mijn plaats in de bus op voorhand wou kiezen, ( om mijn benen te strekken ) besloot ik terug te gaan naar de terminal en gelukkig maar. Het bleek nl. dat die maatschappij op maandagavond helemaal geen bus heeft naar Valparaíso en dus koos ik terug TUR BUS. Dan sta je aan dat loket, informeert en koopt een kaartje en zegt de man dat ik de bus van CONDOR of FLOTTA BARRIOS moet nemen. Nu ja, het maakt mij niet zoveel uit, als ze maar vertrekt en comfortabel is. Ik had nog tijd om naar het archeologisch museum te gaan omdat het vandaag laat sluit. Het meest interessante hier, is een enorm beeld van het Paaseiland, een MOAI, maar liefst 3 meter hoog en 3 ton wegend. De overige zalen waren nier zo spectaculair: aan de mummies geraak je gewend, de talrijke skeletten hoefden even niet, het aardewerk had ik al eerder gezien, maar verrassend waren nog wel de verschrompelde hoofden van Ecuador. Deze maakten toch wel indruk: heel kwetsbaar en delicaat, ook wat triest. Het werd stilaan tijd om terug te gaan naar het hostal waar ik in de keuken nog wat praatte met enkele mannen van Santiago die hier in de bouw werken. Ook zij zegden me dat Santiago een onleefbare stad is. Ik word steeds benieuwder.

Laatste dag in San Pedro en nachtbus naar La Serena, bijna 900 km

Zo slecht ik hier de eerste nacht geslapen had, zo goed was mijn laatste. Wellicht de invloed van de sterren... Jaime had een vrije 'nacht' en dus schoten mijn ochtendpraatje en taallessen erover. Eerst wat inkopen gedaan voor de nachtelijke reis ( 16 uur ) en dan installeerde ik me opnieuw met Mankell in de tuin. Tegen de middag had ik het boek uitgelezen en waren alle moorden opgelost. De namiddag heb ik in hoofdzaak besteed aan het opdoen van informatie voor het vervolg van mijn reis in mijn reisgids. Opzoeken op internet en bloggen, waren er niet bij, want deze keer lag het internet in het hele dorp plat. Een praatje met enkele hotelgasten en met Paula van de receptie, nog wat genieten van de mooie tuin en zo werd het stilaan tijd om afscheid te nemen van San Pedro, zijn stoffige wegen, zijn talrijke honden en reisbureau's en vooral de prachtige omgeving. Zowel In Peru als in Chili lopen er veel honden rond en naar het schijnt, zijn er in Argentinië nog meer. Peruanen zijn vriendelijk en kalm en willen graag helpen. Chilenen zijn ook heel behulpzaam, maar zijn naar mijn gevoel, opener dan Peruanen. Zij geven snel en graag adres en telefoonnummer door waarbij ze voorstellen om als gids op te treden. Ze geven hierbij ook de indruk dit echt te menen. Toen ik vertrok kreeg ik van de receptioniste Paula nog ' Muchas bendiciones' mee. Toen ik bijna aan de bus gekomen was, kwam Paula daar ook aan. Ze dacht dat ik de sleutel niet had afgegeven, maar dat had ik 's morgens al gedaan. Geen probleem "No te preoccupes!" Dat heb ik hier al heel dikwijls gehoord. Ik kreeg van haar nog een warme knuffel en toen was ze weer weg. Terwijl ik wachtte op de bus, maakte ik kennis met een al wat ouder Duits echtpaar, die met hun tweetjes reisden, maar wel alles georganiseerd hadden door een reisagentschap in Duitsland. Zo, deze dag was nog een echt luie, rustige dag en nu mag het voor mij weer wat actiever worden. Ik ben er helemaal klaar voor.

Laguna Cejar en sterren bekijken

Gewoontegetrouw, de dag begonnen met mijn ochtendpraatje met Jaime. Hij wou ook nog wat extra Frans leren en vandaag ging zijn belangstelling vooral naar ' lelijke ' woorden. De Chilenen zelf gebruiken er best veel, ik herken er ondértussen ook wel enkele, maar de overige versta ik toch niet. Op het terras is het in de voormiddag zalig zitten en met Mankell erbij, was het plezier dubbel. Het hostal van La Serena en de ' sterrenexcursie ' bevestigen, de pueblo de artesanía ( die eigenlijk niet veel voorstelde ) bezoeken en toen ik op zoek was naar een restaurantje om te eten, kwam ik Jorge opnieuw tegen, op zijn rode fiets. We zijn dan samen gaan eten: lekkere salade, pasta en het dessert was er te veel aan. Nog een keer profijten van het zwembad, want morgen zal dat niet meer lukken. Om 16.00 vertrokken we met een kleine groep, elf personen, naar de Laguna Cejar. Het zijn er eigenlijk drie bij elkaar en 1 van de lagunas heeft zo' hoog zoutgehalte dat je er in kan drijven. Dat moesten we natuurlijk allemaal uittesten. Op je rug liggen op het water, zonnebril op je neus en kijken naar de besneeuwde toppen van de Cordillera de Los Andes. Net zoals in de Dode Zee. Hier zwemmen is veel moeilijker dan drijven. Laguna Cejar Na dit dobberen in de Laguna, stond mijn haar stijf van het zout en ondanks afspoelen met zoet water, zaten we bijna allemaal nog onder de witgrijze zoutstrepen. Geen probleem. Wie wou, kon nog een duik nemen in de OJOS, ( ogen )twee perfect ronde, niet heel grote lagunas, maar ik vond het water er te koud. Verder naar een andere Laguna, die in de zomer volledig verdampt en verandert in een zoutmeer. De bodem was wit van het zout en je kon al een flink eind wandelen over de zoutrand die zich reeds gevormd had. Tijd dan voor het aperitief dat meegebracht was: Pisco Sour ( weliswaar uit een fles, maar niet verkeerd ) en een knabbeltje erbij. Wachten op de zonsondergang en dan terug richting San Pedro. Onderweg genieten van het landschap in dit late licht. Mooi is dat altijd. Ook heel verrassend hoe in die dorre woestijn, plots enkele frisgroene struiken of een enorme ALGARROBA ( Johannesbroodboom ) opduikt. Deze bomen kunnen hier groeien omdat hun wortels heel diep gaan. In de verte zagen we nogmaals het internationaal project, ALMA, liggen. Daar worden supergrote telescopen opgebouwd en het is het tweede grootste op wereldvlak. Om half negen, waren we terug, douchen en omkleden voor de volgende uitstap, sterren kijken. Om 22.00 u zat de bus vol met ongeveer 20 personen. Het was niet ver rijden en toen we er bijna waren, werden de lichten van de bus gedoofd en reden we helemaal in het donker verder. Van toeval gesproken. In de groep was een meisje dat ik in Peru had ontmoet en met wie ik eerder een busreis had gemaakt. Het blijft waar, de wereld is klein. We werden ontvangen door de Franse astronoom, Alain Er waren extra dekens beschikbaar, de Australische televisie was aanwezig en Alain bracht ons de eerste beginselen bij en leerde ons beter naar de sterren kijken. Met een sterke laserstraal wees hij alles aan. Dit gebeurde dus allemaal nog met het blote oog en hij vertelde duidelijk en met veel gevoel voor humor. De sterrenhemel was fantastisch ( hoewel die op het strand van Bali is ook niet mis ) en al snel konden we Sirius van Jupiter onderscheiden en zagen we enkele constellaties. Tijdens het tweede deel, konden we kijken door zeven telescopen die wat verder opgesteld waren. In het begin had ik het moeilijk om juist te kijken en zag ik helemaal niets. Jupiter maakte veel indruk en de mysterieuze sterrenwereld kwam heel wat dichterbij. Toch had ik gedacht dat alles door de telescopen nog groter en duidelijker zou zijn. Maar als je beseft dat die sterren zoveel miljoenen lichtjaren van ons verwijderd zijn... Om de avond af te ronden, kregen we nog een warme chocomelk en was er nog mogelijkheid tot het stellen van vragen, maar die waren niet zo talrijk. Tegen één uur waren we terug, voorbereid om voortaan op een iets andere manier naar de sterren te kijken.

Lekker luieren in San Pedro, dat moet ook kunnen

Vandaag was het een echte rustdag. De dag begonnen met een praatje met Jaime, de receptionist, die zorgde voor een grote mok koffie. Takha Takha heeft de naam van camping, maar er zijn in feite geen kampeerders, op twee Nederlanders na. Zij trekken rond met een gehuurde kleine camper. Er is hier geen wasdienst, maar met het warme water van de douche, kon ik zelf wel enkele spulletjes wassen. In de voorraad boeken, had ik een Mankell gevonden en met deze lectuur installeerde ik me op het terras. Rond 10.00 u, kreeg ik gratis vers fruitsap aangeboden. Verrassing! Tegen de middag ging ik naar het museum van onze compatriot, Gustavo Le Paige. Er is 1 zaaltje dat aan hem gewijd is: zijn bureau, boeken en alle onderscheidingen die hij kreeg. Zo ook deze van de Leopoldorde, nog uitgereikt door koning Boudewijn. De andere zalen gaan over de ganse geschiedenis van de Atacameña's, de plaatselijke bevolking. Ik heb er alle teksten gelezen, van A tot Z. Opvallend in dit museum is dat ze de mummies weggenomen hebben. Uit een video bleek dat hierover heel wat gesprekken gevoerd zijn en dat het ging over een kwestie van respect voor die overledenen. Zo is hier een gekende mummie, Miss Chili, weggehaald. Op het dorpsplein was er ambiance, marktje met streekprodukten, eten en drank en heel vrolijke muziek. De beste plaats dus voor de lunch. Een sopaipilla, soort grote beignet waar ik veel suiker op deed en nog een mote con huesillos. ( het lekkere drankje van gisteren, met extra veel abrikozen ) Toen werd het echt wel heel warm en zocht ik opnieuw de tuin en mijn boek op. Ik had besloten van hieruit een 'astronomische ' excursie te boeken, maar voor vanavond lukte dat niet meer. Geboekt voor morgen, maar je moet steeds afwachten of het helder genoeg zal zijn. Dat zien we morgen dan wel. Toen kwam ik voor de derde keer iemand tegen met wie ik telkens even heel kort had gepraat. Het bleek een Duitser te zijn, leraar Frans en Engels. Hij fietst rond in Chili en we hebben gezellig gepraat in het Spaans, dan in het Frans en af en toe de twee door elkaar en in Caracoles, de hoofdstraat, gingen we nog iets drinken. Dit was dus een echte, luie rustdag.

De geisers van de Tatio

Gelukkig is er hier een heel vriendelijke receptionist voor de nachtdienst! Ik geraakte helemaal niet in slaap en om half een kon ik het niet meer uithouden in bed en met mijn fleece over mijn pyjama, ging ik naar de receptie. Ik hoopte dat ik daar een hete zoete thee kon krijgen. De jongeman zorgde meteen voor heet water en zo keuvelden we een half uurtje over van alles en nog wat. Hij zou me zeker komen wekken om vier uur, want vanaf half vijf moest ik klaar zijn. Zoals te verwachten, sliep ik juist goed toen het tijd was om op te staan. Na een sterke koffie, was ik klaar om te vertrekken. Sergio was opnieuw onze gids en het eerste wat hij zei was " slaap allemaal nog maar anderhalf uur, want het is toch te donker om iets te zien". In het donker reden we door de woestijn en ik heb dan de sterren maar bekeken. Bijna 100 km verder en inderdaad anderhalf uur later, kwamen we bij de Geisers van de vulkaan Tatio. De rit er naartoe herinnerde me aan een tocht naar de Nemrut Dag in Oost-Turkije en de aankomst bij de geisers, deed me denken aan het Dieng - plateau op Java. Sommige geisers van de Tatio gaan tot op mensenhoogte, maar er zijn uiteraard ook van die kleine borrelende bronnetjes. Ze werken dag en nacht. Bij een indrukwekkende 'fumarola' die enkel damp en geen water geeft, werden we helemaal gewikkeld in de warme damp, beter dan een sauna en goed om weer helemaal op temperatuur te komen, want bij aankomst was het nog min 5. We kregen ruim de tijd om zelf rond te wandelen en ondertussen maakte Sergio het ontbijt klaar. Rond kwart voor acht, was er warme chocomelk (gratis opgewarmd in het water van de geisers )' koffie of thee, broodjes met kaas, koekjes en chocolade en een eitje, ja natuurlijk... gekookt ter plaatse. We waren natuurlijk niet de enige groep, maar ieder vond een plaats en elke gids had voor zijn groep een vrolijk tafelkleed gespreid. Grappig om te zien. Na het ontbijt was het zwemmen voor de liefhebbers. Het water leek eerst maar lauw, maar verderop was er geregeld een instroom van echt heet water en brandde het zand onder je voeten. Voor mij een prettige gewaarwording. De tocht ging verder met nog enkele stops voor de vicuña's, lama's en enkele flamingo's van de Andes. Deze leven enkel op grote hoogte en zijn wit met een zwarte vlek. Zelfs enkele viscocha's die ik ook in Peru had gezien, namen hun zonnebad: ze lijken op konijnen, maar hebben een lange staart. Nog een laatste stop in het dorp, Macuche. Alle huizen zijn er gebouwd van lavasteen en veel bussen droppen daar nog even hun toeristen. Een hapje en een drankje en wat eenvoudig breiwerk en de plaatselijke handel draait. Tegen de middag waren we terug in San Pedro, waar het alweer heel erg warm is. Toch is deze droge hitte beter te verdragen dan bijvoorbeeld in Azië. Even zwemmen en rusten in de schaduw, gevolgd door een lekkere salade in Todo Natural. Om de fooi niet tevergeten, wordt ze meteen door hen bij op de rekening gezet. Het internet op de Plaza doet het niet. Vanop verschillende banken heb ik het geprobeerd, maar telkens zonder resultaat. Dus, niet voor herhaling vatbaar. Door de toch wel heel korte nacht, houd ik het voor de rest bij lezen en ga ik mijn valies eens helemaal in orde brengen. Af en toe moet dat ook eens gebeuren. Als het straks afgekoeld is, nog een avondwandelingetje in het dorp, hoewel daar niet echt veel te zien is. Samengevat: reisbureaus, restaurantjes, wat artesanía en een paar gewone winkeltjes. Wat ik vandaag nog geproefd heb, is de typisch Chileense drank, moto, met gedroogde abrikozen en een soort tarwekiemen in. Je zou het niet geloven, maar het smaakt heerlijk,met deze temperaturen.

Valle de la Luna, een schitterende namiddag!

Eerste taak vandaag, op zoek naar een geldautomaat mét geld. Er zijn hier slechts 2 geldautomaten en gisteren gaven ze niets, dus nieuwe...' poging. Cajero uno, nada.... Eerste automaat... Niets... Evenmin voor de Chileen die na mij kwam. Samen met hem naar de tweede en tot mijn grote verbazing had die wel geld voor de Chileen en niet voor mij. Nu zou het toch wel een groot toeval zijn, indien die man net de laatste peso's kreeg. Vanmiddag dus een zoveelste poging. Dan terug naar het agentschap Aventura del Desierto waar ik de excursie voor deze namiddag, de Maanvallei en voor morgen, de geisers van de Tatio, kon boeken. Voor de derde excursie, moet ik naar een ander agentschap. San Pedro is heel klein en natuurlijk kwam ik Esteban nogmaals tegen, even charmant als gisteren. Van Sanchek verhuizen naar Takha Takha was zo gebeurd. Hier is het veel groter, de kamer even klein, maar even netjes, de hele dag gratis koffie of thee én... een zwembad(je). Echt piepklein, maar met ligstoelen onder de bomen. Het geheel ademt hier rust: alle kamers liggen in en rondom een grote tuin met schaduwrijke plekjes, bloemperk en verschillende knusse en rustige hoekjes. Geluid van krekels en getjilp van vogels als achtergrondmuziek. Kortom, heerlijk! Dadelijk wat proviand kopen voor de daguitstap: ik heb een kraampje gevonden waar ze heel smakelijk volkorenbrood kopen. Dat vind je hier niet veel en met wat fruit erbij is dat genoeg voor de lunch. Voor ontbijt wordt gezorgd en ik hoorde dat het prima is. Na nog een paar vergeefse pogingen, is het me eindelijk gelukt om geld te pinnen, hoewel ik het telkens met kleinere bedragen moest doen. Nu kon ik mijn buskaartje gaan betalen ( Tur Bus ) en de derde excursie boeken. Met de bus had ik geluk, extra korting en vertrek volgende vrijdag om 7 uur 's avonds. Dan een telefoontje naar een hostal in La Serena ( uit de reisgids ) en Mevrouw Rosita had voor 2 nachten een kamer. Hiermee zijn voorlopig alle praktische zaken geregeld. Het kraampje met volkorenbrood was jammer genoeg gesloten. Dan maar een stevige witte pistolet met enkele sneetjes kaas. Dat is wel gemakkelijk hier: er zijn veel winkeltjes waar je verse charcuterie kan kopen, ook in heel kleine hoeveelheden. In de namiddag heb ik dan geprofiteerd van het heerlijk frisse water van het zwembad dat ik voor mij alleen had. Met veel tegelijk erin zwemmen is trouwens niet mogelijk, maar het is gewoonweg zalig. Ik zit nu aan de receptie met een theetje, want enkel daar werkt het internet goed en ik heb nog even tijd vooraleer we naar de Maanvallei gaan. Misschien moet ik het ook eens op de Plaza proberen, want daar heeft de gemeente buiten gezorgd voor een WIFI - zone en heb ik toch al enkele toeristen met hun laptop of iPad zien zitten. Wat ik hier ook al meerdere keren gemerkt heb zijn de bordjes die de vluchtweg aanduiden in geval van een tsunami. Aardbevingen, tsunami's... Dat kennen we gelukkig in ons Belgenlandje niet. In het agentschap Aventura del Desierto, boekte ik de excursie voor deze namiddag, de Maanvallei en voor morgen, de geisers van de Tatio.Voor de derde excursie, moet ik naar een ander agentschap. San Pedro is heel klein en natuurlijk kwam ik Esteban nogmaals tegen, even charmant als gisteren. Dadelijk wat proviand kopen voor de daguitstap: ik heb een kraampje gevonden waar ze heel smakelijk volkorenbrood kopen. Dat vind je hier niet veel en met wat fruit erbij is dat genoeg voor de lunch. Voor ontbijt wordt gezorgd en ik hoorde dat het lekker is. Uiteindelijk blek de broodjeskraam gesloten. Dan wordt het een stevig wit broodje met kaas. De maanvallei dan... Moeilijk te beschrijven, maar een schitterende belevenis! El puesto del sol en la valle de la luna... De zonsondergang in de Maanvallei, dat was de kroon op onze uitstap van deze namiddag. Schitterend! Vanaf het begin al was het de moeite waard. Cordillera de los dinosaurios, Cordillera de la Sal en de Valle de la Muerte waar onze gids Sergio, telkens een duidelijke toelichting gaf, ofwel bij het ontstaan ofwel bij de naamsverklaring. Mijn geologische kennis is erop verbeterd, en de Valle de la Muerte of de Dodenvallei, wel daar zou nog een Belg iets mee te maken hebben. Gustavo Le Paige, een Jezuïet, die hier aankwam in 1952, zou in zijn beste Spaans gezegd hebben dat de vallei leek op de planeet Marte, Mars en de bevolking begreep ' Muerte ' ' dood'. Volgens de gids zou er midden in de vallei een groot kerkhof zijn van de oudste bevolking van deze streek. ( Die Le Paige heeft hier ook een straat en een museum. Dat probeer ik ook nog te bezoeken.) De rotsen zijn door winderosie ontstaan en hebben verschillende kleuren en de sportievelingen komen naar hier om in de duinen te surfen. In de Valle de la Luna wandelden we eerst een stukje tot aan de TRES MARIAS, rotsformaties die erg lijken op drie vrouwen. Van daaruit wandelden we naar de rots die de vorm heeft van een amfitheater, gevolgd door het beklimmen van een duin ( waar iedereen goed op het pad moest blijven ) tot aan de mirador. Hierna nam Sergio ons nog een heel eind mee verder en daar waren we de enige groep. Het was fantastisch! Op de maan zal ik wel niet geraken, maar deze vallei heeft er beslist toch enkele kenmerken van. Blijkbaar komt de NASA hier zelfs zijn robots uittesten. Boven op de top, hebben we dan gewacht op de zonsondergang. In Cusco heb ik het niet gezien, maar de zonsondergang in de Maanvallei, de wandeling naar boven en naar beneden, de eindeloze oneindigheid van het landschap... Om niet gauw te vergeten!

Aankomst in San Pedro de Atacama

De bus was comfortabel, geen luide muziek want iedereen had eigen oortjes, om 23.00 u ging het licht uit en om 03:.30 moesten we allemaal uitstappen met alle bagage voor een douanecontrole. We veranderden namelijk van regio. Van deze stop profiteerden enkele reizigers, waaronder ik ook natuurlijk, om heel snel een thee te drinken. Terug de bus in en om half zeven kregen we ons ontbijt of wat daarvoor moest doorgaan: een granenkoek en een fruitsapje. Dat doen de meeste Peruaanse maatschappijen beter. Soit, ik had toch nog geen trek. Één van de theedrinkers bleek een Peruaan, Esteban, die tijdelijk in Chili kwam werken als gids voor een reisbureau. Hij maakte wat reclame, maar bleek erg aardig, goed onderlegd en gaf me al heel wat informatie over San Pedro. Zo ook de naam van een restaurantje en dat wil ik deze middag wel eens proberen. Vermits ik voor vandaag nog geen hostal had, moest ik dat eerst zoeken. In mijn reisgids had ik een keuze gemaakt en met de hulp van Esteban had ik dat vlug gevonden. Het geluk was met mij, want er was nog een kamer vrij. Het hostal wordt uitgebaat door een Tsjechische, Moisa, het heet SANCHEK en heeft een leuk concept. Alle kamers zijn van adobe, liggen rond een patio en hebben voor de deur een tafeltje en stoeltjes. Mijn kamer is klein, maar heel proper. Er is een gezellige tuin met hangmatten en een gemeenschappelijke keuken. Er loopt heel wat volk af en aan en de zon brandt al aardig. We zitten hier dan ook midden in de Atacamawoestijn, één van de dorste plekken op aarde. Vandaag zet ik niet veel op mijn programma: een excursie boeken voor morgen en het dorp verkennen. Ook dat is klein en rustig, maar hier lopen vooral toeristen rond. Nadat ik bij enkele agentschappen had geïnformeerd, koos ik Desert Adventure om alle excursies tegelijk te boeken. De prijzen lagen goed en groot voordeel, ik kon er betalen met Visa, erg handig omdat geen enkele geldautomaat werkte. Toen ik er terug heen ging, bleek het gesloten. Morgenvroeg dan maar. Vanaf 19.00 u koelt het af, maar in onze adobekamers, die overdag aangenaam fris zijn, is het nu helemaal niet koud. Het internet hapert hier geregeld, dus het kan zijn dat mijn verslagen met vertraging komen. Morgenvroeg verhuis ik naar Taka Taka en ga ik in de terminal informeren naar de bussen voor mijn volgende etape, La Serena.