marleendufraing.reismee.nl

Dag twee in Arica

Gisteren was het hier licht tot 8 uur 's avonds, het is nu 07.10 en de dag is hier net begonnen. Ik heb even mijn neus buiten gestoken en op het terras staan de pntbijttafeltjes keurig gedekt. De temperatuur is al aangenaam, de vogels fluiten.... Hier is de lente in het land. Overdag is de zon sterk en door de zeewind, voel je dat niet zo, maar als je dat wil, kan je hier een mooi bruin kleurtje opdoen. De Chilenen, en de toeristen, beginnen met naar het strand te gaan: er zijn hier enkele prachtige stranden, maar ik ben toch niet van plan om mijn handdoek hier uit te spreiden. Vandaag wil ik naar de top van de Morro gaan en het van daaruit even bekijken. Gewoontegetrouw, ging ik naar de terminal om mijn buskaartje voor morgen te bestellen. Verrassing! Uitverkocht! Op die dag, beter gezegd die nacht want het wordt een nachtbus, geen bus cama ( slaapbus ) meer. Voor een rit van 11 uur had ik dat toch liever, dus even denken, vlug beslissen en een kaartje gekocht voor deze nacht. In de charmante Jardín del Sol gezegd dat ik eerder moet vertrekken en ze maakten er geen probleem van. Ik was hier graag nog een nachtje gebleven, maar dit is voor mij de beste oplossing. Dan op weg naar de Morro, die er indrukwekkend uitziet, maar de klim viel best mee. Bovenaan prachtig uitzicht over de stad en het ganse havengebied. Tip voor Dries Horsten en de collega's aardrijkskunde: bekijk een haven eens van bovenuit met de leerlingen, maar zoek dan eerst een berg of een toren in de buurt. Meer dan de moeite en het geeft een veel duidelijker beeld van de complexiteit. Daar werd ik aangesproken door een charmante Chileen, Robinson Castillo, inwoner van Valparaíso die met veel liefde, maar ook heel eerlijk over zijn stad vertelde. Ik moest er super voorzichtig zijn ivm de vele dieven, maar dat wist ik al. Hij gaf me ook zijn telefoonnummer en wou me graag een dagje rondleiden zodra ik er ben. Tegelijkertijd kreeg ik ook een leuk adresje om te gaan eten en vertelde hij mij wat ik zeker moet bezoeken. Staat genoteerd. Het oorlogsmuseum boven op de heuvel, kon me niet echt bekoren, maar daar nog wat rondlopen, de sfeer proeven bij het monument van de onbekende soldaat en het reusachtige Christusbeeld... Apart! Als je Arica van boven op de Morro bekijkt, heb je links de Oceaan, rechts daarvan de stad en daar omheen de kale heuvels van de woestijn. Terug naar beneden wandelen, was zo gebeurd en om eens een andere lunch te nemen, koos ik een groot stuk fruittaart met een vruchtensap erbij. Op 12 km van de stad, ligt een archeologisch museum waarover ik veel lof had gehoord. Er naartoe dus. Even zoeken waar de halte van de ' taxi rural ' ( nieuw begrip ) was en korte tijd later, stond ik daar aan de ingang. Blijkbaar was ik de enige bezoeker: voor de Chilenen is het dan nog te warm om veel te ondernemen en dat kwam mij goed uit. Hierdoor kon ik in alle rust rondkijken. Het museum dus. De eerste zaal vrij klassiek van opstelling met toch een mooi chronologisch overzicht van de Pre Incabeschavingen hier in de streek. De tweede zaal is nieuw en modern en toont uitsluitend de CHINCHERO beschaving, 7000 v. Chr. Bijzondere aandacht gaat hier naar de verschillende manieren van mummificeren waarbij uiteraard een groot aantal authentieke mummies niet ontbreken. Hun mummificatie verliep helemaal anders dan bij de Egyptenaren en werd zelfs toegepast bij foetussen en embryo's. De CHINCHERO namen hun mummies mee als ze naar een andere plek trokken, omdat ze in de gemeenschap moesten blijven. Vandaar dat ze helemaal niet diep werden begraven. In deze zaal kreeg ik een privé rondleiding en dat was te danken aan het feit dat ik mijn kaartje al in de vuilnisbak had gegooid en de dame aan de balie moest eerst naar de vorige zaal bellen om te vragen of ik effectief betaald had. Zo geraakten we aan de babbel en stelde ze me deze rondleiding voor. Zonder andere bezoekers in de buurt, was dit best aardig. Nadien kon ik alles nogmaals rustig in mijn eentje bekijken. In het centrum, was het tijd voor een lekkere Café Latte en terug in het hostal, maakte ik nog kennis met Annabella, een sympathieke dame van Santiago. Net zoals de Portueño van deze morgen, gaf ze mij haar telefoonnummer en heel wat goeie tips voor Santiago. Nu zit ik in de terminal te wachten om in de bus te stappen en het is hier een hele bedrijvigheid. Ik reis met TUR BUS en het wordt mijn eerste lange rit in Chili. Benieuwd of deze slaapbus meevalt. Ontbijt is alvast beloofd. Zo lekker als vanmorgen, zal het wel niet zijn. Toen kreeg ik voor de eerste keer in 6 weken geen rode confituur, maar een sneetje ham bij de ochtendboterham.

Naar Arica, eerste stop in Chili

Niets zo gemakkelijk als de grens overgaan met een goeie chauffeur van een collectivo in Tacna. Je komt aan in de terminal, een taxichauffeur vraagt of je naar Arica wil, waarop je hem je paspoort toevertrouwt en hij regelt het allemaal. Ondertussen kon ik mijn laatste soles uitgeven. Dit deed ik door mijn portemonnee om te draaien op de toonbank en te vragen wat ik er nog voor kon krijgen. Dat leverde enkele flesjes water, wat chocolade en zoute bonen op. Ook nog even zorgen voor Chileense peso's. Dat wordt wennen: het zijn ineens enorm grote bedragen, het kleinste briefje heeft een waarde van 1000 peso. Waar ik ook aan moet wennen, is de manier van spreken van de Chilenen en dat merkte ik al bij de taxichauffeur. Ze spreken veel sneller dan de Peruanen en eten veel letters en woorden op. Tijdens de rit waande ik me op een Belgische autostrade als ik mijn ogen dicht deed, omwille van de snelheid, die nochtans reglementair was. Even gedaan met bergpassen, maar een kaarsrechte baan door de woestijn die gehuld was in een grijze stofnevel. Aan de grens kregen we eerst Peruviaanse controle, enkel ons paspoort en bij de Chilenen moest alle bagage mee om gecontroleerd te worden. Voor de 5 passagiers van onze collectivo verliep het allemaal vlot. Met het bijkomend tijdverschil in Chili was ik tegen de middag in Arica in het hostal Jardín del Sol, waar ik een ' poppenkamer ' toegewezen kreeg. Klein, maar heel charmant, heel proper en alles erop en eraan. Arica zelf dan! Geen rots van Monaco noch van Gibraltar, maar EL MORRO, de vrij hoge heuvel die de stad én de Plaza domineert. Kaal en toch groots. De eerste indruk is er één van rust: het is hier namelijk verboden zonder reden te claxonneren op straf van boete, iedereen houdt zich aan de verkeerslichten en de voetgangers hebben voorrang: je zet maar 1 voet op de weg en de automobilisten stoppen al. In Peru reden ze gewoon door. Wat een verademing voor mijn oren! In de namiddag heb ik een gans eiland(je) rondgewandeld. Nu ja, vroeger was het een eiland, maar het is nu met de stad verbonden. Met de MORRO links, de Oceaan rechts van mij en een aangenaam zeebriesje was dit een prettig uitstapje. Verder heeft Arica een oud douanekantoor, een haven, een schelpenmuseum, een kerk waarvan het geraamte en de smeedijzeren kolommen in de ateliers van Gustave Eiffel ontworpen zijn en daarna naar hier verscheept, een Plaza met enkele mooie prieeltjes van roodpaarse bougainville, de traditionele markt en artesanía en enkele winkelwandelstraten. Nergens is het te druk en er zijn niet veel toeristen. In het hostal heb ik juist een Brussels echtpaar ontmoet. Zij hebben een auto gehuurd om zelf rond te rijden. Terwijl het in Peru om 18.00 u donker was, is het hier nu om 19.30 nog volop licht. Ik had er geen rekening mee gehouden, anders was ik nog naar de terminal gegaan om mijn volgend buskaartje te kopen. Dat wordt dan morgen mijn eerste werk. Ondertussen zit ik hier heerlijk op het terras in de kussens van een schommelstoel. Dat mag nog even duren ... en heb ik ook het aantal afgelegde kilometers ruw geschat op 4000. Ik heb er nog zeker zoveel te gaan in Chili.

Busrit naar Tacna, goed voor 323 km

Wakker voor mijn GSM moest afgaan en gelukkig maar, want dat gebeurde niet. De taxichauffeur was goed op tijd, maar niet goed gehumeurd. De prijs was afgesproken, maar hij vond het te weinig omdat het zogezegd ver was om naar de terminal te rijden. In 5 minuten waren we er en onderweg zag ik... de eerste Kerstman van het jaar. Geloof het of niet, maar het was zo. In de terminal had ik meer dan tijd voor mijn ochtendkoffietje, maakte ik kennis met een Italiaans meisje en in de VIP wachtzaal, met echte schilderijen aan de muren, een kerstboo en bijbehorende lichtjes, wachtte ons nogmaals koffie. Geen slecht begin! De Italiaanse zat naast mij en de volgende buur was een Fransman die van zijn liefje terug naar huis moest komen. Van een ultimatum gesproken! Op het moment dat ik mijn broodjes wou nemen, kondigde de hostess aan dat ze het ontbijt ging serveren: een broodje, een pakje koekjes en een snoepje. De koekjes hield ik voor later. Al vrij vlug reden we door een woestijnlandschap: grijs, bruin en bruin en grijs, de enige kleuren van de bergen waar we door reden. Tijdens de rit van Puno naar Arequipa leek het soms of we door twee chocolade kerststronken reden, zo mooi glad en recht omhoog waren de wanden van de bergen afgesneden. Dat is nu niet zo. Deze keer zijn het zachthellende uitlopers, maar de weg is even kronkelend als bij vorige ritten. Nadat ik twee keer vergeefs had gevraagd om de muziek zachter te zetten, heb ik mijn oordopjes maar ingeplugd. Nieuwe manier om een groot oppervlak te dweilen, opgemerkt in de terminal van Arequipa. Een vrouw loopt met een emmer water voorop en sprenkelt met de hand water op de grond. Achter haar lopen, keurig in de rij, vijf mannen met een zwabber en dweil van minstens anderhalve meter breed. In slalom doen ze zo de ganse hal en in een mum van tijd, is de klus geklaard. Na ruim drie en een half uur rijden, moesten we even de bus uit met al onze spullen die gescand werden. Ondertussen gebeurde er in de bus niets en hierdoor begreep ik het nut van deze controle niet. Je kon immers van alles uit je tas halen, in de bus laten liggen en er nadien weer insteken. De stop was in ieder geval goed om even de benen te strekken. Hierna ruilde ik mijn panoramisch uitzicht voor een plaats naar achter want het panorama werd me te warm. De paspoortcontrole hebben we ook al gehad. Nu nog ongeveer een uurtje en dan komen we aan in Tacna. Klokslag 13.00 u zag ik een dame aankomen die een blad vast had met mijn naam. Laura en haar man kwamen me ophalen en aan de auto te zien, wist ik meteen dat ik in een goeie buurt ging terechtkomen. Deze keer geen hostalkamer, maar zoals in Lima, kwam ik in hun gezin terecht. Heel mooie, ruime kamer en badkamer, een groot bed met prima hoofdkussen(s) en een grote spiegel op de kamer, lakens genre Laura Ashley. Na een goeie douche, de stad in. Ik wist dat ik er niet veel van moest verwachten, maar de Plaza viel wel mee, het ijsje dat ik kocht was overheerlijk, ik zag dat er een theater was en ook hier weer veel casino's. De man van Laura vertelde me dat er veel Chilenen naar hier komen, niet alleen voor de casino's, maar ook om te winkelen. Peru is veel goedkoper en Tacna ligt vlak bij de grens. De mooie Avenida Bolognesi ( die nationale helden kom je in elke stad tegen) met palmbomen, liep ik helemaal af. Ook hier kon ik nog maar eens genieten van een défilé van een plaatselijke school, met alles erop en eraan. Vrolijke fanfaremuziek, enthousiaste dansende leerlingen met schitterende kostuums. Af en toe een leraar die een beker water uitreikte en een mama die haar zoontje of dochtertje iets wou zeggen. Het verbaast me ook telkens weer hoeveel brood hier overal verkocht wordt en dan zowel in de winkels als op straat. Het is dan ook echt goedkoop. 5 broodjes voor een sol, voor 30 eurocent. Van het hostal in San Pedro had ik een mail gekregen dat ik de eerste nacht op voorhand moest betalen en dit via een bank. Dat leek me een heel gedoe, maar na een telefoontje bleek dat ik het toch niet moest doen. Zo was dat probleem ook alweer van de baan. Vanavond organiseer ik voor mezelf een TV avond, tenminste als de programma's me aanspreken of het wordt nu toch... In een hoekje met een boekje. Dat hoekje wordt dan het bed. Het werd een mooie film over Franklin Roosevelt.

Laatste dag in Arequipa

Wat is het noordelijke stadsdeel verschillend van het centrum! Wandelend naar de mirador van Yanahuara, kwam ik door residentiële wijken met de gebruikelijke beveiliging van glasscherven en prikkeldraad, maar het is er wel rustig. Net zoals bij ons, zijn rust en kalmte een zeldzaam goed en daar hangt een prijskaartje aan, onder welke vorm dan ook. Aan de mirador zelf, genoot ik van een klein, vredig plein en het uitzicht over de hele stad. De gebruikelijke artesanía liet ik voor wat ze was en wandelde terug naar beneden. Een oud vrouwtje riep me toe dat ik op mijn handtas moest letten. Dit begreep ik niet, want die heb ik steeds bijna op mijn buik geplakt. Nu ja, vast goed bedoeld. Net voor de Puente Grau kwam ik langs een enorm groot en groen sportterrein: voetbal- en tennisvelden, tribunes errond, een groot zwembad en dit alles prachtig aangelegd.bleek het een internationale club te zijn en ja, dat was er wel aan te zien. Op de brug zelf verkocht een straatveger ' queso helado ', letterlijk ' bevroren ijs '. Toen ik hem vroeg waarom het zo heette, bleek het om een doodgewoon ijsje te gaan. Proberen dus en ja, de vorm van de vroegere frisco, maar veel vettiger van smaak. Toch welkom met deze temperaturen. Op het stadsplan had ik gezien dat er in dat noordelijke deel ook enkele parken waren. Dat trok me wel aan om me daar rustig met wat lectuur te installeren. Park 1 was gesloten. Pech dus! De kinderen die er speelden, waren leerlingetjes van een school en het is alleen open tijdens het weekend. Een poging om errond te lopen, mislukte eveneens. Dan maar naar park 2. Hier ving ik eveneens bot: enkel toegankelijk van donderdag tot en met zondag. Hier kon ik echter wel rond en zo kreeg ik toch een idee van het best grote en mooie park. Rustig lezen was niet voor vandaag. Trouwens, van lezen komt hier niet veel. Ik kwam wel voorbij het heel sjieke hotel, LIBERTADOR. Het is een keten en ik heb hun hotels al meerdere keren gezien, o.a. InCusco. Terug richting centrum kwam ik langs de kerk van Franciscus van Assisi. Een heel andere bouwstijl, eerder met Romaanse kenmerken en gewelven van baksteen. Hoogst uitzonderlijk en niet eerder gezien in Peru en voor de afwisseling, geen gladiolen, maar lelies. De joghurt van gisteren vond ik zo lekker dat ik er nog wel eentje lustte. Ook pech... Alles uitverkocht, maar de wortelcake die ze me voorstelden, bleef niet lang op mijn bordje liggen. Aan de overkant verkochten ze ' jugo de maca ', een veel voorkomende vrucht en dat sapje had ik nog niet geproefd. Om geen kat in een zak te kopen, vroeg ik of het ik eerst mocht proeven en neen... evenmin als de papaja is het mijn ding niet. Geen maca dus voor mij! Langs het Justitiepaleis en het Ministerie van Justitie, ondergebracht in een heuse burcht, ging het terug richting Plaza. Wat inkopen doen voor de busreis van morgen, even rusten op het terras en dan wou ik toch nog 1 koloniaal huis bezoeken. Er zijn er meerdere, maar ik ging naar het Casa del Moral, even het hoekje om. Een prachtig huis uit de 18e eeuw, met het meubilair van toen ( zelfs een Chinees kastje waarvan de binnenwanden beschreven waren met Chinese lettertekens ), schilderijen die de muren volledig bedekken en glanzende parketvloeren. Op dit ogenblik is het eigendom van een bank, zoals dit trouwens voor veel van deze huizen het geval is. Ofwel eigendom van een bank of dikwijls is er ook een klasserestaurant in ondergebracht. Voor mijn laatste avondmaal in Arequipa, koos ik CREPISIMO, met duidelijk een Franse invloed. De zaak ligt dan ook vlak naast de Alliance Française. De salade die ik koos, was erg lekker, maar volgens de kaart was de saus ' una salsa andina ', terwijl ze helemaal de smaak had van de klaargemaakte vinaigrettes van het merk Lesieur. Nog even proberen een hostal te vinden in San Pedro. Nadat ik een mail stuurde om te vragen of er plaats was, kreeg ik enkele minuten later reeds antwoord dat er een kamer beschikbaar was. Daar moet ik ook al niet meer aan denken. Morgen moet ik om 5 uur opstaan, erg vroeg dus, zelfs voor mij.

Arequipa, Calle Santa Catalina

Ondanks een beetje stijve nek, omdat enkel het hoekje van het kussen voldeed aan mijn deze keer, kritische eisen, voor een hoofdkussen, werd ik (pas) om 7 uur wakker. Goed geslapen dus! Ontbijt op het terras, de zon nog niet van de partij, maar voor de eerste keer een stoffen servet in plaats van die flinterdunne papiertjes die totaal waardeloos zijn. Vers sinaasappelsap in plaats van de papaja die erg flets en flauw is en die ik niet lekker vind, maar nog steeds dezelfde rode confituur. Het is alsof elk hostal in Peru geabonneerd is op die confituur. Ik vraag me af wat ze in Chili serveren. Vandaag moest ik eerst zorgen voor een verblijfplaats in Tacna en mijn busticket hier naartoe. Ik had enkele telefoonnummers opgezocht en omdat men vanuit het hostal niet kon bellen, ging ik eerst naar een 'locutorio', telefooncabine. Ik ging terug naar het internetcafe van gisteren, want daar kon je ook bellen. Ik had meteen geluk. De dame van hospedaje Mi Casa klonk heel vriendelijk en stelde zelfs voor om me dan in de busterminal te komen ophalen zodat ik geen taxi moest nemen. Erg handig! Ik moet alleen morgen nog even bellen om te zeggen met welke maatschappij ik reis. Dat werd dus het tweede actiepunt van de voormiddag. Ik ging terug naar het reisbureau waar ik de Colca Cañyon boekte en werd opnieuw ontvangen door dezelfde charmante jongeman. Ik koos opnieuw de Vista panoramica, met Oltursa, vertrek om zeven uur ' s morgens.Zo, die praktische zaken waren geregeld. Wat is er leuker dan zwerven door een stad en je laten leiden door wat je tegenkomt? Zo ging het deze keer van de Plaza España naar de kloosters Santa Rosa en Santa Teresa. Van een echt 'stinkpleintje' waar mannen op ouderwetse schrijfmachines brieven typen voor hun klanten, tot een kraampje met de lekkerste natuurlijke joghurt die ik in jaren niet meer gegeten had. Ik wandelde langs cevicherías waar ze rauwe vis eten, maar die liet ik wijselijk aan mij voorbijgaan. Op verschillende plaatsen verkochten ze ' leche de Tigre', tijgermelk. Dit kende ik niet en de eerste de beste man in de straat aan wie ik het vroeg, in dit geval een toezichter bij het Santa Teresa klooster, wist het evenmin. Hij vermoedde dat het wel eens een afrodisiacum zou kunnen zijn. Het blijkt te gaan om een drankje gemaakt van het nat van de ceviche met limoen, witte wijn of Pisco, peper en zout en het zou kunnen dienen als afrodisiacum, maar ook kunnen helpen bij een kater. Wie nu wil, kan het recept eens uittesten. De felle kleuren van de fresco's met afbeeldingen van de kruisweg in de Cristobal kerk, zijn echte blikvangers. Je kan er niet naast kijken. Op het pleintje voor de kerk een beeld van Neptunus of Poseidon met zijn drietand is op zijn minst verrassend en ondertussen worden de schoenen ijverig gepoetst. Bij al deze omzwervingen duikt regelmatig de besneeuwde Misti op, wat na enkele dagen een heel vertrouwd beeld wordt. Zoals in veel Zuidamerikaanse en ook Aziatische landen, heb je ook hier een straat waar vooral lederwaren verkocht worden, een straat met vooral muziekinstrumenten, een bakkersstraaít... Het verkeer is erg druk en een straat oversteken is telkens een hele onderneming. De verkeerspolitie grijpt af en toe in, maar meestal is het zo van ' ik sta erbij en ik kijk ernaar.' Grappig zijn hun handschoenen: rood en wit, de kleuren van Peru. Tijdens de betoging van de arbeiders van de voedingssector, zag ik voor de allereerste keer kinderwagens. De Indígenas dragen hun kinderen meestal op hun rug en de andere vrouwen, of mannen, dragen ze in hun armen. De mensen betoogden omdat ze ook wilden werken op 24 december en 31 januari. Blijkbaar mocht dit niet meer en zij wilden werken om voor hun kinderen kerstcadeaus te kunnen kopen. Dat begreep ik tenminste uit hun spandoeken. Na even languit in de zon liggen op het dakterras, opnieuw de stad in. Deze keer langs antiekwinkels, gevolgd door de straat waar iedereen slaagt met vlag en wimpel omdat de winkels er uitsluitend alle mogelijke ' banderas 'aanbieden. Tussen haakjes, in Peru is het toegelaten de nationale vlag in de kerken op te hangen. Dat ook Arequipa kampt met drank- en andere problemen, blijkt uit de grote opschriften van Anonieme Alcoholisten en gezinsbemiddeling.Het verschil tussen een dronkaard en een alcoholist, las ik hier eens op een t-shirt. " Ik ben een dronkaard, geen alcoholieker. Alcoholiekers gaan naar bijeenkomsten ". Opnieuw belandde ik in de overdekte markt waar ik de Spaanse María nogmaals tegenkwam. Als tussendoortje, una papa rellena, een gevulde aardappel uit het vuistje wat ik lekkerder vind dan een pakje frieten. Op de Plaza had ik even op een bank gezeten. Naast mij zat een jonge man die naar mijn gevoel wat vreemd keek. Toen ik de kerk van de Compañia binnenging, merkte ik dat hij mij gevolgd was en toen hij me aansprak, heb ik hem wijselijk van me afgeschud. Dit is een gedrag dat me niet zo bevalt, maar ik was duidelijk geweest en hij verdween. Ook nog even binnenlopen in de warenhuizen in de winkelwandelstraat waar ze hetzelfde verkopen als bij ons aan ongeveer dezelfde prijzen. In de galería del Ekeko verkopen ze hele mooie, moderne artesanía en er waren enkele prachtige wandtapijten bij. Aan de gewone kunstambachtenwinkeltjes ook hier geen gebrek. Ze zijn zeker zo talrijk als het aantal taxi's hier en die zijn alomtegenwoordig in het straatbeeld. Om de dag af te sluiten nog een lekkere soep en hiermee was het alweer avond.

Van de Cañyon terug naar Arequipa

Kwart voor vijf wakker, half zes ontbijten en zes uur de bus in. Vandaag gingen we diep de vallei in en hoopten we aan het gekende Cruz del Condor, enkele condors te zien. Zoals gisteren, deelde Olivia haar uitgebreide kennis over de cultuur en gewoonten van de plaatselijke bevolking en waren er heel wat stops voorzien om foto's te nemen en om even de benen te strekken. Gelegenheden waar ik telkens dankbaar gebruik van maakte. Diegenen die uitkijken naar foto's, zullen nog wat op hun honger moeten blijven, want van hieruit gaat het voor mij niet lukken. De Duitsers waren blij terug bij de groep te zijn, de Fransen bleven in hun besloten groepje, het jonger koppel uit Lima verdiepte zich in hun lectuur en de oudere Limeños genoten zienderogen van alles. Wat het genieten betreft, sloot ik me aan bij de laatste groep. Tegen negen uur, waren we dan bij de befaamde mirador. Geen condor(s) te zien, maar we hadden tijd. Wat rondwandelen en kijken, dan plots gejuich... Vals alarm... Het was een arend en hoe indrukwekkend die vogel ook mag zijn, voor hem kwamen we niet. Het bleef bij wandelen en kijken en hoe geweldig de cañyon daar ook mag zijn, ik herinner me nog mijn eerste bezoek aan een cañyon, de Grand Cañyon in Californië en toen was ik meer onder de indruk. Het is natuurlijk zo... een eerste keer is en blijft een eerste keer. Toen was dat mijn eerste grote reis en was ik nog jong en onervaren. Ondertussen ben je verwend door al wat je reeds gezien hebt, wat helemaal niet wil zeggen dat het niet de moeite waard is. Persoonlijk echter, vond ik de rit door de vallei boeiender en interessanter, maar voor elk wat wils. 's Middags opnieuw lunch in Chivay en zowel María, de Spaanse journaliste als ik, gaven de voorkeur aan de markt om iets te eten in plaats van het restaurant. Op de Plaza nog een leuke babbel met enkele Amerikanen die op hun bus aan het wachten waren, om half twee terug de bus in en tegen vijf uur, waren we opnieuw in Arequipa. Mijn valies ophalen in het hostal en verhuizen naar het andere hostal dat ik geboekt had. Het was helemaal niet ver, dus ging ik te voet. Even stappen na die busrit bleek een goed idee. De kamer bleek beter dan de vorige en was bovendien goedkoper. Ik had nog eens een hoogslaper én een schemerlampje. Het hoofdkussen liet te wensen over, maar bij navraag aan de receptie, mocht ik er een vijftal uittesten en vond ik er een geschikt bij. Toen ik later ging slapen, bleek het toch te hard en ruilde ik het met het kussen van het andere bed. Ja, matrassen en hoofdkussens... Toen moest ik naar een internetcafe om mijn reisroute in Chili uit te printen. Dat was vlug gebeurd zodat ik nog een mooie avondwandeling kon maken en iets gaan eten. Om acht uur 's avonds, gaat het leven hier nog bruisend zijn gang, alle winkels zijn nog open en aan de banken staan de mensen in rijen aan te schuiven. Wat later begonnen mijn ogen te prikken van vermoeidheid en werd het tijd om terug te keren. De dag was goed gevuld en met een voldaan en tevreden gevoel kon ik gaan slapen. Eens mijn oordopjes ' ingeplugd' hinderde het verkeer me niet meer en zonder enige 'temblor' sliep ik tot bijna zeven uur.

Colca Cañyon

Vannacht toch weer wakker geworden door een 'temblor'. Ik begin te begrijpen waarom ze die Señor de los Temblores zo vereren. Mijn bed trilde vrij heftig en het keukenmeisje zei vanmorgen dat het toch een ' Temblor fuerte ' was. Nu kon ik het fenomeen meteen plaatsen en ik moet zeggen dat het toch wel een raar gevoel is. Tussen 8 en 8.30 u word ik opgehaald voor de tweedaagse uitstap naar de Cañyon en ik ben erg benieuwd. De rest van het verhaal komt pas over 2 dagen, want ik neem mijn iPad niet mee. Hoewel het vandaag al 5 november is, maak ik dit verhaal hier af. Tegen alle verwachting in, kwam men mij deze keer maar liefst drie kwartier te vroeg halen. Dat trok een streep door mijn ontbijt en ik moest nog een paar dingetjes doen. De slome hulp zette deze keer zijn beste beentje voor en kwam me zeggen dat hij geregeld had dat ze later terug zouden komen. Erg aardig van hem en ik heb hem dan ook hartelijk bedankt. Onze gids, Olivia, een vinnige en pientere tante, bleek een prima gids te zijn, zowel in het Spaans als in het Engels voor de heterogene groep die we vormden. Van piepjonge Fransen tot redelijk bejaarde Limeños ( inwoners van Lima ) en daarbij nog wat Spanjaarden en een heel sympathiek Duits koppel. Met María, een journaliste van Galicië, kon ik het goed stellen. Evenals ik, ging ze ' s middags liever alleen op stap in plaats van met de groep te gaan eten en tussendoor hebben we heel wat afgebabbeld. Onze eerste stopplaats was een winkeltje waar we van Olivia allemaabl een zakje met cocablaren moesten kopen omdat we hoog zouden gaan. Ik dacht niet dat ik ze nodig zou hebben, maar een zakje kon geen kwaad, al diende het maar als snoepje. Tijdens de rit naar Chivay, dorpje in de cañyon, stopten we geregeld voor een kopje cocathee, bezoek aan een dorpje of om de lama's, de alpaca's en de vicuña's te bekijken. De vicuña vind ik het mooiste dier: klein en fijn, rank en elegant en hij leeft in het wild. Olivia leerde ons het onderscheid maken tussen de andere. Een belangrijk verschil is dat een lama rechte, spitse oren heeft en een alpaca heeft bananenoren. Alpacavlees is ook heel lekker mals en ik spreek nu uit ondervinding. De Colca vallei is prachtig: heel veel nog bebouwde terrassen, de Colca rivier zelf, de dorpjes en de prachtige traditionele kleding van de vrouwen die bij de verkoopstallejes zitten. Olivia gaf ons ook nog een heel pakket historische informatie mee en geregeld met een kwinkslag erbij. Tegen de middag waren we dan in Chivay, waar ik me op,een bank installeerde, dicht bij de vervallen stierenarena en een modern uitziend sportcomplex. Na de lunch, werd iedereen in het hotel afgezet, we hadden mogen kiezen, en wie er zin in had, kon naar de warmwaterbronnen. Omdat we maar kort in het dorp waren, verkoos ik dit te verkennen en ik begon met het kerkje. Deze keer geen grote kathedraal, maar een aandoenlijk kerkje waar nog duidelijke kenmerken waren van het geloof van de Indígenas. Er waren heel mooie fresco's in oker en pastelkleuren en het is vast omdat het er zo vroeg koud wordt dat San Lorenzo een witte gebreide sjaal om zijn nek had. Eenvoudige houten banken, een vloer zoals uit de tijd van onze grootouders, een witgeschilderde gemetste trap naar de preekstoel, een orgel dat op invallen stond en de Heilige Familie, elk met een klein rond hoedje op het hoofd. Toen ik buitenkwam, werd ik meteen aangesproken door een oudere man die met een vriend op een bank zat. Hij sprak zeer duidelijk en bleek een vlot prater te zijn met een groot gevoel voor humor. Na de klassieke vragen over de prijs van het vliegtuig en met hoeveel geld ik gekomen was ( vragen waarop ik steeds een ontwijkend antwoord geef en alleen maar zeg dat ik lang moest sparen voor dergelijke reis ) vroeg hij mij op staande voet ten huwelijk en zou zelfs mee naar België gaan om mijn familie te bezoeken ( dan zeker op mijn kosten...) Nu ja, het was een gezellig gekeuvel en na een tiental minuten, namen we vriendelijk afscheid van mekaar. Hierna werd het wat wereldser en ging ik wandelen in de voetgangersstraat. Sinds twee jaar, staan hier links en rechts van de straat grote gekleurde beelden die dansers of de één of andere Inca uitbeelden. Hierbij ook nog de hoeden die de vrouwen dragen, maar dan volledig in kleurrijke mozaïek. De vrouwen dragen hier nl. allemaal een sjieke hoed volledig bekleed met pailletjes. Zelfs de vrouw in donkerbruin uniform die ik hierover aansprak, had zo' n paillettenhoed op. Toen werd het echt koud en na de vele theetjes en mates van de voorbije dagen, bestelde ik nog eens een Pisco Sour om op te warmen. Om 19.00 u kwam de bus me ophalen voor het avondmaal mét show of peña. Het restaurant was gezellig. Het eten was 3x rijst: rijst in de soep, rijst bij het vlees en rijstpap als dessert. Wat zou Wout Bru hiervan zeggen? Nu ja, we gingen niet op de gastronomische toer. De twee dansers waren leuk en kozen ook mensen uit het publiek om mee te dansen en de muzikanten, wel die konden er mee door. Om 21.00 u zei Olivia dat het tijd was, we moesten vroeg gaan slapen, want de volgende dag moesten we om 05.00 u opstaan. Als voorbeeldige leerlingen stonden we meteen op en volgden haar. Ik kroop weer onder drie dekens en een glinsterend gele sprei.

Santa Catalina, een hoogtepunt

Na een deze keer slechte nacht owv burenhinder en verkeerslawaai, zit ik om half zeven al buiten in de zon, met gloeiend hete sterke koffie om op te kikkeren. Helpt altijd en de zon is nu zalig. Een stevige klop op de muur maakte de buren om middernacht wel wat rustiger, maar enkele uren later, begon het opnieuw en het verkeer, ja, dat moet ik er nog even bijnemen. Vandaag dus bezoek aan het Sint Catalinaklooster, met een heel apart verhaal. Dit klooster is, zoals vele hier, gesticht in de 16 e eeuw door een rijke weduwe. De meisjes die intraden, mochten dienstmeisjes of slavinnen meebrengen, recepties organiseren, kortom een heel werelds leven leiden. Bijna 300 jaar lang leefden 450 kloosterzusters, met hun ' personeel ' hier hun eigen leventje, tot deze levenswijze verboden werd. Het is een stad binnen een stad en nu leven er nog een dertigtal zusters, zonder al dat personeel weliswaar. Het is een contemplatieve orde die zich onder andere ook bezighoudt met het maken van lekkere caramellen. Ondertussen heb ik me buitengesloten: ik heb per ongeluk de deur van mijn kamer dichtgetrokken zodat ik moet wachten tot Guillaume, de eigenaar, er is of iemand anders die een sleutel heeft. Heb ik chance dat ik hier in de zon zit! Geluk met een ongeluk. Het probleem van de sleutel is opgelost. Een jongen die hier werkt ( dat is veel gezegd... Hij lummelt hier wat rond op zijn sloffen ) wist de dubbele liggen zodat ik niet meer in mijn pyama moest rondlopen. Bij het ontbijt vernam ik ook dat er vannacht rond vier uur, een lichte beving is geweest van 12 seconden lang. Mijn slechte nachtrust is misschien ook daaraan te wijten want de honden beginnen dan te blaffen, sommige mensen gaan de straat op en omdat ik het me niet realiseerde, ben ik niet onder mijn bed gekropen, wat blijkbaar ook een veilige plek is. Men zegt hier dat vele lichte bevingen uiteraard beter zijn dan een grote en men maakt zich er niet erg druk over. Santa Catalina dan: goed voor enkele heerlijke uren kuieren, kijken en genieten van het vernuftig systeem van architectuur, de kleurrijke straatjes met namen als Calle Cordoba, Calle Sevilla... want er zijn dus echte straatjes binnen dit enorme kloostercomplex. Elk meisje dat intrad, moest een aanzienlijke bruidsschat meebrengen, maar dat wisten we al. Hiervoor beschikte ze dan wel over een vrij grote leefruimte, een slaapvertrek en een keuken en er waren er voor die tijd echt luxueuze bij. Omdat Arequipa onderhevig is aan bevingen, werden de diverse woonvertrekken door de families gebouwd, wat mede verklaart dat deze zusters niet als een echte gemeenschap leefden. Zoals bij ons de begijntjes deden, maakten zij ook hosties en borduurden priestergewaden. Elke keuken die ik bezocht, was ze klein, groot of immens groot, ze waren allemaal doorrookt, zwartgeblakerd en overal hing nog de scherpe rookgeur. Ondertussen was de batterij van mijn fototoestel plat, maar toen was ik toch bijna aan het einde van mijn bezoek. Fototoestellen en ik.....on ne fait pas bon ménage. Eerst nog definitief boeken voor de Canyon waarbij ik koos voor CEVITUR, omdat dit agentschap volgens mijn reisgids pedagogischer te werk gaat dan de meeste andere. Zou ik dan toch aan beroepsmisvorming lijden? Dan maar terug naar het hostel om de batterij op te laden en alvast wat te schrijven. Het is goed zitten in de patio, behalve dat er een onaangename rioolgeur in de lucht hangt en de auto's toeterend voorbij rijden. Op de Plaza, waar het krioelt van de duiven, heb je geen hinder van de auto's omdat het plein zo ruim is. Van 's morgens tot 's avonds zitten bijna alle banken er vol met jong en oud. Enkele gehandicapten hebben hun rolstoel ingericht als mini winkeltje en verkopen wat snoep en nootjes. De rivier die door Arequipa loopt, heet Chili en deze namiddag ben ik naar de andere kant van de rivier gewandeld. De ene brug over, door de wijk Recoleta en via een andere brug terug naar het centrum. Spectaculair was de buurt niet, maar ik heb gemerkt dat er best veel kracht zit op de rivier. Één heel sjiek restaurant in een toch meer verpauperde buurt. Een dun Spaans boekje gekocht waarmee ik me in het park installeerde waar me een leuke verrassing wachtte. Julius Caesar heeft me daar namelijk gezegd dat ik voor mijn leeftijd heel goed ' geconserveerd ' ben. Wie had ooit gedacht dat ik die in levende lijve zou ontmoeten? De Jules Caesar in kwestie was een verkoper van schilderijen, die, toen hij merkte dat ik geen interesse had om te kopen, toch wel hield van een babbeltje. Zo zijn ze hier en dat is prettig. Zijn verkoop leed ook onder de algemene crisis. Normaal zou hij 10 tot 15 stuks per dag moeten verkopen, maar nu was het herleid tot een derde hiervan. Nog even op een rustig pleintje gaan zitten met een fruitsapje en mijn boek, inkopen gedaan voor de Colca Canyon en toen was het donker in Arequipa.